Amerikanen zijn gek op cijferlijstjes en dus houden ze ook bij hoe de beurs presteerde onder verschillende presidenten.
Niet iets waar je meteen een logisch verband zou verwachten, maar toch. Hieronder een infographic met de prestaties van de Amerikaanse S&P 500-index sinds president Herbert Hoover – die trad aan in het jaar van de grote crash op Wall Street in 1929.
(bron: Fisher Investments)
Zoals gezegd, wie een diepere betekenis wil zien in het beursrendement onder Democratische en Republikeinse presidenten, doet er goed aan te beseffen dat het om schijnbare patronen gaat.
Wat opvalt is dat Democratische presidenten gemiddeld een constant, relatief hoog rendement opleveren: van gemiddeld 8,9 procent per jaar onder Jimmy Carter (1977-1981) tot 16 procent onder Franklin D. Roosevelt (1933-1945).
Bij Republikeinse presidenten is het beeld wat schokkeriger. De beurs kan extreem goed presteren, zoals de plus van 17,9 procent per jaar onder Dwight D. Eisenhower (1953-1961). Maar een negatief rendement is ook mogelijk.
Herbert Hoover had de pech president te zijn in de jaren van de Grote Depressie, van 1929 tot en met 1933. Toen zag de Amerikaanse beurs het ook even niet zitten met een gemiddeld negatief rendement van 6,82 procent per jaar.